Windmolens in Amsterdam?
De afgelopen tijd is er veel consternatie ontstaan over de plannen van Amsterdam en de regio om op verschillende plekken windmolens te plaatsen. Ik zal eerst uitleggen hoe we op dit punt gekomen zijn en daarna hoe de ChristenUnie tegenover de plannen staat.
Amsterdam en het Klimaatakkoord
In juni 2019 is door verschillende partijen, waaronder de ChristenUnie, het Klimaatakkoord gesloten. De inzet daarvan is om de uitstoot van koolstofdioxide te verminderen en zo de Nederlandse bijdrage aan wereldwijde klimaatverandering te beperken. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat we een veel groter deel van onze energie duurzaam moeten opwekken, dus met zonne- en windenergie. Daarvoor zijn doelstellingen geformuleerd, zo is afgesproken dat in 2030 70 procent van alle elektriciteit uit ‘hernieuwbare bronnen’ opgewekt moet worden. Een groot gedeelte van de duurzame energie moet opgewekt worden door windparken op zee. Om precies te zijn 49 miljard kilowattuur per jaar in 2030. Daarnaast is het nodig om op land nog 35 miljard kilowattuur op te wekken met zonne- en windenergie.[1]
Om de opgave die er ligt om op land een bepaalde hoeveelheid energie uit zogenaamde ‘hernieuwbare bronnen’ (zon en wind) op te wekken, kregen gemeenten de kans om aan te geven hoeveel zij denken dat ze binnen hun gemeente kunnen opwekken. Die plannen werden per regio samengevoegd in de zogeheten Regionale Energie Strategieën (RES’en). De plannen van al die verschillende regio’s moeten bij elkaar opgeteld tot die hoeveelheid van 35 miljard kilowattuur per jaar komen. Dit traject zorgde er dus voor dat Amsterdam in het afgelopen jaar moest nadenken hoeveel energie er binnen de gemeentegrenzen duurzaam opgewekt kan worden. Amsterdam heeft zich daarbij ten doel gesteld om in 2030 ongeveer 0,7 terawattuur (TWh) op te wekken uit zonne- en/of windenergie. Een ambitie die de ChristenUnie van harte onderschreef en waarmee we hebben ingestemd. Te meer omdat de totale elektriciteitsvraag in Amsterdam 3,8 TWh bedraagt en we dus nog een lange weg te gaan hebben naar een schone energievoorziening, ook wanneer niet alle energie binnen de eigen gemeentegrenzen wordt opgewekt.
Amsterdam heeft dus uitgezocht hoeveel men aan zonne- en windenergie wil opwekken om die 0,7 TWh per jaar te halen in 2030. Daarbij is gekozen om 50 MW (127 GWh) extra windenergie op te wekken (bovenop de nu al gerealiseerde 66 MW en al geplande 11 MW. In totaal dus 127 MW (283 GWh) wind in 2030). Daarnaast wil Amsterdam 400 MW (380 GWh) per jaar aan zonne-ennergie opwekken (oftewel een groei van circa 350 MW ten opzichte van 2019)[2].
Windmolens in Amsterdam
En nu even naar de windmolens. U begrijpt dat het een hele opgave is om plaats te vinden voor al deze plannen. Daarom is besloten om zoekgebieden op te stellen. Een zoekgebied kwam tot stand door alle wettelijke beperkingen van de kaart van Amsterdam te halen (denk aan regels en wetten omtrent luchtvaart etc) en zo bleven er automatisch een aantal plekken over waar mogelijk onderzocht zou worden of er windmolens geplaatst zouden kunnen worden. De ChristenUnie heeft bij het uitdenken van deze plannen (maart 2020) al aangegeven dat we pas op basis van gegevens over draagvlak, impact op de natuur en eventuele overlast een beslissing kunnen nemen over of we voor of tegen plaatsing van windmolens zijn binnen een specifiek zoekgebied. Daarnaast hebben we toen ook al aangegeven stevige bedenkingen te hebben bij een aantal zoekgebieden, met name het zoekgebied waarbinnen het natuurgebied van de Gaasperplas valt en het zoekgebied naast de A10-Noord op de grens met Landelijk Noord en het zoekgebied van de Amstelscheg. Het betreft hier natuurgebieden of gebieden die grenzen aan een groene en open omgeving. Daarbij liggen deze zoekgebieden, net als sommige andere, wel heel dicht bij woonwijken.
Dit komt deels doordat de provincie, met instemming van de ChristenUnie, de 600-meter norm voor windmolens heeft afgeschaft. Daardoor werd het mogelijk zoekgebieden voor windmolens dichterbij bebouwing in te tekenen. De ChristenUnie heeft ermee ingestemd om deze regel af te schaffen omdat dit een regel was die de provincie Noord-Holland bovenop alle bestaande regels en wetten had gesteld. Voor woningen is in de wet een bepaalde geluidsbelasting vastgesteld en de provincie Noord-Holland wilde hier bovenop extra regels stellen en verbood de plaatsing van windmolens binnen 600 meter van woningen (terwijl bescherming tegen overlast zoals geluidsbelasting etc al in de wet geregeld was). Daarnaast kon deze 600-meter maatregel toekomstplannen in de weg zitten. Zo wilde Amsterdam bijvoorbeeld al veel langer veel meer windmolens plaatsen in het havengebied, iets wat de ChristenUnie van harte toejuicht, maar zou de 600 meternorm mogelijk roet in het eten kunnen gooien van woningbouwplannen in de toekomst. Dit alles zorgde ervoor dat de ChristenUnie samen met andere partijen ervoor koos om de maatregel, die bovenwettelijk gesteld was door de provincie Noord-Holland, te schrappen en de plaatsing van windmolens net als in de rest van Nederland te regelen.
Dat neemt echter niet weg dat de ChristenUnie van mening is dat er voor plaatsing van windmolens in de geselecteerde zoekgebieden wel draagvlak moet zijn. Vooralsnog laat onderzoek zien dat er voor twee zoekgebieden in meerderheid draagvlak is van de bewoners uit en rondom het specifieke zoekgebied. Dat betreft het grote zoekgebied van het Havengebied en het zoekgebied Amstel III (omgeving Bijlmer-Arena).
Hoe nu verder
De ChristenUnie is van mening dat ook Amsterdam een maximale inzet moet leveren om zoveel mogelijk energie duurzaam op te wekken binnen de eigen gemeentegrenzen. De plaatsing van windmolens hoort daar in ieder geval in het havengebied zeker bij. Als het gaat om de overige zoekgebieden vindt de ChristenUnie de stem van de bewoners zelf erg belangrijk. Uiteindelijk moeten bewoners het laatste woord hebben als het gaat om hoe hun leefomgeving eruitziet. Dat sluit ook aan bij een inclusieve stad waarin bewoners eigenaarschap en zeggenschap hebben over hun leefomgeving en ook bereid zijn om bij te dragen aan het vorm geven van de stad. Dit kan twee dingen betekenen: (1) bewoners geven in meerderheid bij de gemeenteraad aan dat zij niet willen dat er windmolens in de buurt van hun wijk geplaatst wordt, (2) bewoners hebben geen bezwaar tegen plaatsing van windmolens omdat zij voor een groot deel eigenaar kunnen worden van de windmolen en zo enorm kunnen besparen op hun energierekening.
De afgelopen periode hebben veel bewoners hun stem laten horen en ook richting de fractie van de ChristenUnie en mij persoonlijk laten weten wat ze van de plannen vinden. Dat heeft ons doen besluiten om op dit moment geen steun te verlenen aan plaatsing van windmolens in de zoekgebieden: A10-Noord, Gaasperplas en Diemerscheg, Amstelscheg en IJburg.
Wat dan wel?
Dit alles maakt dat de ChristenUnie ervoor pleit dat de gemeente zo snel mogelijk onderzoekt hoeveel windmolens er in het havengebied geplaatst kunnen worden. Daarna kan de gemeente dan nog kijken naar andere zoekgebieden zoals Amstel III. De ChristenUnie wil dus eigenlijk dat er een soort rangschikking van de zoekgebieden gemaakt wordt op basis van geschiktheid en wenselijkheid. Op die manier kunnen we snel aan de slag in de gebieden die geschikt zijn zoals het havengebied en hoeven we hopelijk minder of geen gebruik te maken van andere zoekgebieden. Daarbij moeten we dan zoveel mogelijk bewoners betrekken om mede-eigenaar te worden van de windmolens zodat de Amsterdammers via de energierekening ook echt profiteren van het opwekken van duurzame energie.
Daarnaast is de ChristenUnie van mening dat we niet al te hard moeten willen vasthouden aan het specifieke aantal MW wat als doel gesteld is voor windenergie. Zonne-energie telt immers ook mee voor de gestelde opgave. De ChristenUnie vindt het een goed idee wanneer blijkt dat de 50MW per jaar extra windenergie niet gerealiseerd kan worden, dit gecompenseerd wordt met een extra inzet op zonne-energie. We moeten niet gefocust zijn op een specifiek aantal windmolens. Een schone energievoorziening is het doel, of dit nu met windmolens of met zonnepanelen gerealiseerd wordt is van ondergeschikt belang. Zeker omdat de plaatsing van windmolens in de genoemde gebieden verstoring van het groen zou betekenen. In de zoekgebieden waar de ChristenUnie geen steun aan verleent is mooie natuur te vinden en genieten veel mensen van de groene omgeving (denk aan de Amstelscheg, het gebied van de Gaasperplas of de rand van Landelijk Noord)
De ChristenUnie wil volle kracht vooruit als het gaat om het opwekken van duurzame energie. Daarom is onze inzet in de aankomende periode erop gericht om veel meer plannen te maken voor de plaatsing van zonnepanelen op zowel grote daken als ook kleinere daken zoals daken van flats en woningen. We kunnen vve’s en bewoners daar nog veel meer bij ondersteunen. De totale potentie van de daken als plek om zonne- energie op te wekken is in Amsterdam nota bene 1.100 MW! Op die manier profiteren ook de Amsterdammers weer van een lagere energierekening.
Ook wil de ChristenUnie dat we voortvarend aan de slag gaan om te kijken of we zonne-energie op water kunnen opwekken. Eerder werd een voorstel van de ChristenUnie en GroenLinks hiervoor nog niet aangenomen. En dat terwijl er bijvoorbeeld bij de Noorder-IJplas een lokale coöperatie klaar staat om aan de slag te gaan. Vooralsnog wil Amsterdam geen inzet plegen voor zonnepanelen op water terwijl er mooie voorbeelden zijn van elders in het land waar dit al wel gebeurd. Ook daar liggen dus nog veel meer kansen.
Duurzame opdracht
Tot slot wil ik nog iets kwijt over de inzet van de ChristenUnie Amsterdam op dit dossier. Ik ben erg blij dat ik de portefeuille Duurzaamheid mag invullen voor de fractie. Ik zie het als een noodzakelijke opdracht om te komen tot een schone energievoorziening. Wij zijn rentmeesters van deze wereld en de Schepper heeft ons zijn schepping toevertrouwd. Een schepping die we uitputten en die we overmatig belasten. Fossiele bronnen zijn eindig en zorgen voor veel vervuiling en bijkomende problemen. Ik zie het als een opdracht om steeds minder afhankelijk te worden van gas uit Groningen of olie uit Rusland of het Midden-Oosten. Daarvoor moeten we aan de slag. Op een slimme manier die werkt voor Amsterdammers met eigen, schone energie.