Prostitutie in Amsterdam: hoe nu verder?
Vandaag presenteert de ChristenUnie een visiestuk over de prostitutie in Amsterdam. Denk aan vraagstukken over de toekomst van de Wallen, illegale prostitutie, de bestrijding van mensenhandel of een mogelijk erotisch centrum ergens in de stad. In de gemeenteraad worden deze thema's vaak per onderwerp besproken. De ChristenUnie is echter van mening dat als we plannen maken over de prostitutiesector dit in een totaalbeeld bekeken moet worden. Daarom zetten wij vandaag een stap vooruit en presenteren onze visie en plannen voor de toekomst. Hieronder lees je de inzet van de ChristenUnie voor de aankomende jaren op dit gevoelige en complexe dossier.
Visie op prostitutie
Mensenhandel, dwang en uitbuiting zijn aan de orde van de dag in Nederland. Jaarlijks zijn hier 5.000 tot 7.500 mensen slachtoffer van[1]. De grootste groep bestaat uit minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting. Of het nu gaat om seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting of criminele uitbuiting, de ChristenUnie wil dat deze moderne slavernij stopt. De legalisatie van de prostitutie in Nederland heeft niet gebracht wat de voorstanders ervan hadden gehoopt.
Het heeft er onbedoeld toe geleid dat een groep vrouwen helaas bekneld raakt in een legaal maar failliet systeem. Een seksindustrie waar steeds opnieuw vrouwen in verzeild raken waarvan een grote meerderheid afkomstig is uit landen waar armoede woekert. Ondanks verschillende politieke opvattingen over prostitutie kan niet ontkend worden dat de werkelijkheid voor veel vrouwen er vaak één is van schulden, uitbuiting, en machts- en genderongelijkheid.
Daarom is de ChristenUnie geen voorstander van het faciliteren van prostitutie en kiest voor beleid dat zo min mogelijk slachtoffers maakt. Want het grove onrecht dat kwetsbare mensen wordt aangedaan willen we bestrijden. Door goede hulp te bieden, door goede opsporing en berechting van allen die zich schuldig maken aan dwang, uitbuiting of het sponsoren ervan.
De ChristenUnie is daarom voor invoering van het ‘Nordic model’. Zonder klanten zou mensenhandel niet bestaan, daarom moet het kopen van seks strafbaar worden voor de klant, niet voor de prostituee. Dit naar voorbeeld van Zweden, Noorwegen en Frankrijk en in navolging van het burgerinitiatief ‘Ik ben onbetaalbaar’. Invoering van het ‘Nordic model’ moet samengaan met goede hulpverlening en uitstapprogramma’s.
Daarnaast is het goed om te beseffen dat prostitutiebeleid in samenhang met veel andere beleidsterreinen bekeken moet worden. Het is geen eiland op zich. Zorg, opvang, handhaving, veiligheid en bijvoorbeeld huisvesting zijn allemaal domeinen die in samenhang gezien moeten worden. Wanneer Amsterdam dus keuzes maakt over de toekomst van prostitutie in de stad moet dat vraagstuk dus ook in die breedte bekeken worden en niet versmald worden tot slechts een discussie over meer of minder ramen op de Wallen. Daarbij is het goed om te beseffen dat er naast de ramen op de Wallen nog veel meer (al dan niet illegale) prostitutie plaatsvindt.
Plannen voor Amsterdam
- Wij willen een uitsterfbeleid voor bestaande seksinrichtingen en ramen en de vestiging van nieuwe voorkomen. Het aanbieden van betaalde seks is geen taak van de overheid, vooral nu duidelijk is dat de gemeente niet in staat is gebleken om een uitbuitingsvrije sector te realiseren. Het gemeentebordeel sluit per direct haar deuren. Wanneer ‘ramen’ of bordelen gesloten worden, wordt goed nagegaan wat er met de vrouwen gebeurt. Er dient dus nagedacht worden over ruimhartige uitstapprogramma’s waarbij ook aandacht komt voor huisvesting en toeleiding naar werk. Sluiten alleen is geen optie;
- Zolang vergunde prostitutie een realiteit is wenst de ChristenUnie de mogelijkheden tot uitbuiting te minimaliseren. Dit betekent onder andere het invoeren van een (Europees) pooierverbod, maar ook dat er onafhankelijke hulp en controle komt bij het invullen van formulieren en contracten. Te vaak is er een pooier op de achtergrond aanwezig, zonder dat de gemeente of exploitanten hiervan weten. Het is belangrijk dat prostituees niet afhankelijk zijn van pooiers. Er moet daarbij aandacht zijn voor een breder systeem van afhankelijkheid, de prostituee is vaak niet alleen afhankelijk van een pooier maar ook van een boekhouder, taxichauffeur of mogelijk andere malafide betrokkenen. Amsterdam moet bij de bestrijding van gedwongen prostitutie dus ook in de breedte kijken naar wie profiteert van uitbuiting en specifiek aandacht hebben voor jongens en jonge mannen als slachtoffer;
- Er komt extra toezicht op illegale prostitutie in woonbuurten en hotels. Ook hier moet een ‘one-strike-you’re-out’ beleid mogelijk zijn. Wanneer er sprake is van (grootschalige) illegale prostitutie in een hotel moet het mogelijk zijn het hotel te sluiten. Op die manier worden hotels gedwongen dit ook actief te bestrijden;
- Er komt een informatiecampagne in de grootste bronlanden en gebieden in bijv. Oost-Europa om te waarschuwen voor de kansen op uitbuiting in Amsterdam en in te zetten op een ontmoedigingsbeleid in samenwerking met bronlanden;
- Wijkteams/professionals volgen een training om loverboysituaties en gevallen van mensenhandel (thuisprostitutie) in de wijk te herkennen en maken afspraken met de politie over handhaving, melding en begeleiding. Op scholen wordt, zowel aan de ouders als aan de jongeren en docenten, voorlichting gegeven over sexting, grooming en loverboys en lovergirls (vriendin die vriendinnen ronselt).
De Wallen
Wat de ChristenUnie betreft is het imago van Amsterdam aan verandering toe: niet langer de stad van betaalde seks en drugs, maar een stad die internationaal bekend staat als stad van vrede en hoop. Voor de lockdown waren er dagelijks duizenden mannen die beoordelend de vrouwen achter de ramen bekeken: te dik, te kort, te zwart, niet lekker genoeg. Ook burgemeester Halsema heeft zich hierover al eens duidelijk uitgesproken door te stellen dat het onacceptabel is dat het in onze stad mogelijk is om kwetsbare vrouwen achter een raam te etaleren.
De prostituees geven zelf geen overlast, maar trekken wel bepaalde groepen en criminaliteit aan. Denk aan vrijgezellenfeestjes, vriendengroepen en braltoerisme waar ook weer straathandel, alcohol- en geluidsoverlast bij komen kijken. Daarnaast is de prostitutiesector ook op de Wallen ondoorzichtig en helaas niet gevrijwaard van uitbuiting. Daarbij is de balans in het Wallengebied al lang zoek. Ook de Wallen moeten weer vooral een woonwijk worden in plaats van een attractie. Daarvoor is het onvermijdelijk dat ook de raamprostitutie moet verdwijnen uit het gebied omdat anders de aanzuigende werking op overlast-gevend toerisme, mensenhandel en ongewenste activiteiten (zoals straathandel) altijd zal blijven. Voor een centrum met een nieuwe toekomst moeten daarom alle ramen sluiten.
Hoewel veel partijen erover nadenken of men inderdaad het aantal ramen op de Wallen wil verminderen, gaat het in deze discussie nog onvoldoende over het perspectief wat we de prostituee achter die ramen bieden. En dat is cruciaal voor de ChristenUnie tijdens debatten over de toekomst van de Wallen. We zijn het er allemaal over eens dat het sluiten van ramen niet mag leiden tot illegaliteit en onttrekking van zicht. Juist daarom is het een gemiste kans dat we het debat over betere zorg voor vrouwen die willen uitstappen nog niet voeren. Als gemeenteraad zullen we dan wel met alle partijen de handen ineen moeten slaan en zorgen voor adequate zorg en het verwijderen van drempels voor vrouwen die uit de prostitutie willen stappen. Laten we niet alleen de ramen sluiten, maar vooral perspectief bieden. Aangaande het debat over prostitutie op de Wallen doet de ChristenUnie dan ook de volgende voorstellen:
- Een uitsterfbeleid voor raamprostitutie op de Wallen en andere plaatsen in de stad waar vergunde raamprostitutie plaatsvindt. De ChristenUnie wil dus op termijn naar een stad zonder raamprostitutie. Dit kan door het niet opnieuw afgeven van vergunningen wanneer er plekken vrij komen;
- Om te voorkomen dat de praktijk met bijbehorende problematiek van mensenhandel, uitbuiting en overlast slechts verplaatst wordt is de ChristenUnie er niet voor dat er op andere plekken raamprostitutie vergund gaat worden;
- Het is van belang dat er goed duidelijk is welke drempels er zijn die sekswerkers belemmeren om uit te stappen. Daarom moet er een grondig onderzoek komen waarin bij uitstapprogramma’s wordt uitgevraagd welke belemmeringen ervaren worden. Bij elke ervaren drempel moet de gemeente met beleid komen hoe de drempel weggenomen kan worden of tenminste verlaagd. Een eerste en belangrijk punt waar direct mee begonnen kan worden is een plan van aanpak voor passende huisvesting;
- Om echte vertegenwoordiging van sekswerkers vorm te geven moet de gemeente bij beleidsvorming niet alleen met gevestigde woordvoerders en belangenorganisaties praten, maar ook in gesprek gaan met sekswerkers die in een uitstaptraject zitten of sekswerkers die in contact staan met een hulpverleningsorganisatie of vertrouwenspersoon;
- De gemeente legt vooralsnog onterecht de taak voor de intake van een sekswerker bij de exploitant. De zogeheten intakegesprekken met kandidaat-huursters van een raam worden door exploitanten uitgevoerd en bieden onvoldoende borging om dwang te voorkomen. De gesprekken worden uitgevoerd door exploitanten, die niet vakkundig zijn opgeleid om mensenhandel of dwang op te sporen. Daarnaast wordt de verantwoordelijkheid om mensenhandel in de prostitutie tegen te gaan bij exploitanten neergelegd, terwijl dit een taak zou moeten zijn van de gemeente die van mening is dat prostitutie achter ramen veilig genoeg is voor vrouwen en deze vorm van prostitutie daarom vergund. De fractie van de ChristenUnie is ervan overtuigd dat de huidige wijze waarop een intake wordt uitgevoerd (zoals bedoeld in de APV artikel 3.30 lid 1 sub b) onwenselijk en onveilig is. De ChristenUnie is van mening dat deze intake, waarbij moet worden beoordeeld of een sekswerker voldoende zelfredzaam is en of er geen sprake is van dwang, door de gemeente of professionals zou moeten worden uitgevoerd om op die manier mensenhandel en seksuele uitbuiting zoveel als mogelijk te ondervangen;
- Voor de intake moet een e-learning traject ontwikkeld worden om te voorkomen dat prostituees later in lastige situaties belanden vanwege ontbrekende kennis over rechten en plichten (denk aan belastingregels);
- Om te voorkomen dat de raamprostitutie in Amsterdam een mooie belofte is voor vrouwen uit Oost-Europa, Midden-Amerika of andere landen moet het voor raamprostitutie een eis zijn om twee jaar ingeschreven te staan in Nederland;
Een erotisch centrum
Een onderdeel van de plannen van het college is het onderzoeken of er in Amsterdam een erotisch centrum kan komen. Dit moet een plek worden waar horeca, entertainment en prostitutie samenkomen. De ChristenUnie is geen voorstander van een dergelijk centrum. Hoewel sommige zaken mogelijk meer beheersbaar lijken zal een groot deel van problematiek slechts verplaatst worden. Dat maakt ook dat het geen oplossing is om een dergelijk centrum in een andere woonwijk te plaatsen. De hoofdreden waarom de ChristenUnie tegen een erotisch centrum is wordt gevormd door het gegeven dat ook in zo’n centrum niet gegarandeerd kan worden dat er geen gedwongen prostitutie plaatsvindt. En de gemeente maakt zich daarvoor medeverantwoordelijk wanneer men een dergelijk centrum faciliteert, vergunt en toestaat. Want ook een nieuwe situatie van een centrum zal onvermijdelijk uitbuiting en misstanden met zich meebrengen. Ook maken we ons zorgen over de sociale veiligheid en impact op de omgeving van een dergelijk centrum.
Mocht er toch door een meerderheid van de gemeenteraad besloten worden dat er een erotisch centrum moet komen in Amsterdam wil de ChristenUnie in ieder geval de volgende voorstellen doen:
- Er wordt een deurbeleid gevoerd voor het erotisch centrum. Bezoekers moeten tenminste volwassen zijn. Ook moet er een ingezetencriterium gehanteerd worden waarbij de eis is dat bezoekers in Nederland ingeschreven staan. Op die manier wordt voorkomen dat het erotisch centrum een nieuwe plek wordt die internationaal sekstoerisme aantrekt want we willen juist van dat imago af;
- In de city marketing wordt geen aandacht gegeven aan het erotisch centrum om te voorkomen dat prostitutie nog steeds als attractie binnen Amsterdam wordt weergegeven;
- In het erotisch centrum moet naast horeca, entertainment en prostitutie ook plaats zijn voor hulpverleningsorganisaties die sekswerkers helpen bij het uitstappen;
- De intake van sekswerkers wordt in het centrum gecentraliseerd en professioneel aangepakt, niet meer door exploitanten;
- De financierings- en geldstromen die met dit centrum gepaard gaan dienen grondig in de gaten gehouden te worden om ondermijning te voorkomen;
- Het is niet aan de gemeente om te bepalen waar zo’n waarschijnlijk op voorhand omstreden centrum geplaatst zou moeten worden. Het is uiteindelijk aan de bewoners van een mogelijke wijk zelf om te bepalen of zij een dergelijk centrum in hun leefomgeving wenselijk vinden. Juist ook vanwege de enorme impact op de sociale veiligheid en leefomgeving van het gebied. Prostitutie heeft op vrijwel alle plaatsen ter wereld en in verschillende steden een criminogene aantrekkingskracht en dat zal ook hier het geval zijn. Middels een referendum moeten de wijken van mogelijke locaties een stem krijgen om te bepalen of zij een dergelijk centrum überhaupt in de stad en hun wijk willen.