ChristenUnie wil overkoepelende aanpak jeugdbendes
De gevolgen en heftigheid van (drugsgerelateerd) geweld teisteren de stad en nemen in heftigheid toe. Een deel daarvan wordt veroorzaakt door geweld tussen bendes. Daarnaast kunnen jeugdbendes een plek zijn waar jongeren snel en gemakkelijk de criminaliteit in worden gezogen. Inmiddels weten we in Amsterdam dat jeugdbendes regelmatig achter steekpartijen en schietpartijen zitten, al dan niet met dodelijke afloop. Ook drillraps worden door rivaliserende bendes gebruikt om ruzies op te voeren en bedreigingen te uiten. Zoals bijvoorbeeld bij dood van Jay-Ronne Grootfaam die met een kapmes werd doodgestoken[1] en waarvan bekend is dat de verdachten behoorden tot een jeugdbende.
Een jeugdbende kan tevens een opstap zijn richting zwaardere vormen van criminaliteit. Ook ontwikkelen sommige jeugdbendes zich tot een criminele organisatie. Een voorbeeld daarvan zien we bij de criminele drugsorganisatie van Ridouan T. waar veel verbanden te leggen zijn met zijn voormalige jeugdbende, de zogenaamde ‘bad boys’. De ChristenUnie-fractie ziet dan ook graag dat er in het beleid omtrent de weerbaarheid van de stad en de bestrijding van (drugs)criminaliteit expliciet aandacht is voor de rol van jeugdbendes. Dat geldt voor zowel de repressieve kant als ook de preventieve van het jongerenwerk waarbij geprobeerd kan worden jeugdbendes te decriminaliseren en jongeren te behoeden voor een crimineel pad. Tevens ziet de ChristenUnie een belangrijke rol voor het betrekken van ouders bij deze belangrijke opgave.
De fractie van de ChristenUnie wil dan ook graag van het college weten in hoeverre eventuele jeugdbendes bij politie, justitie en gemeente in beeld zijn en welk beleid hierop wordt gevoerd. Daarbij is de fractie ook benieuwd hoe de gemeente kijkt naar de rol van ouders in deze. Hoe kunnen zij optimaal ondersteund worden en hoe kan de gemeente helpen bij de bescherming van deze ouders. Ook ouders en ouderlijke huizen worden namelijk geregeld betrokken bij escalaties tussen rivaliserende jeugdbendes. In algemenere zin maakt de ChristenUnie zich ook zorgen over op welke manier ook ouders betrokken worden bij wapengeweld. De schietpartij van gisteravond (26 augustus) bij het ouderlijk huis van een op 25 augustus jl. neergeschoten rapper is hier een schrijnend voorbeeld van[1].
Gaan politie en jeugdwerkers in gesprek met ouders van jongeren waarvan men weet dat ze bij een bende betrokken zijn? Welke rol ziet de gemeente weggelegd voor ouders in de aanpak van jeugdbende geweld? En welke vorm van ondersteuning krijgen ouders van de gemeente waarvan bekend is dat hun kinderen betrokken zijn bij jeugdbendes? En in hoeverre worden zij voldoende beschermd?
De fractie van de ChristenUnie wil bij deze dan ook pleiten voor een overkoepelende aanpak, specifiek gericht op het opsporen en ingrijpen bij gewelddadige jeugdbendes alsook voor het voorkomen dat jonge vriendengroepen, al dan niet betrokken bij delicten die afgedaan kunnen worden als kattenkwaad, doorgroeien tot een bende.
[1] https://www.ad.nl/amsterdam/woning-van-moeder-neergeschoten-rapper-bigidagoe-in-amsterdam-doorzeefd-met-kogels~a97746fd/
De fractie van de ChristenUnie stelt daarom de volgende vragen aan het college van burgemeester en wethouders:
- Deelt het college de zorgen van de fractie van de ChristenUnie over bendevorming onder jongeren en in hoeverre heeft het college hier zicht op?
- Hoeveel georganiseerde jeugdbendes waarbij sprake is van veelvoorkomend crimineel gedrag zijn er volgens het college momenteel actief in Amsterdam? Kan het college per stadsdeel uitsplitsen waar deze bendes actief zijn?
- Zijn er in de afgelopen 5 jaar jeugdbendes opgerold die verantwoordelijk bleken voor meerdere criminele delicten? Zo ja hoeveel?
- Op welke manier is er binnen gemeentelijk beleid op dit moment aandacht voor de rol van jeugdbendes, zowel binnen repressief als preventief beleid?
- Welke vormen van ondersteuning en bescherming biedt de gemeente aan ouders waarvan bekend is dat zij zijn betrokken bij een jeugdbende? Is het college van mening dat er momenteel sprake is van voldoende ondersteuning voor ouders?
- Is er, gezien huidige vormen en aantallen, volgens het college noodzaak voor een specifieke aanpak voor jeugdbendes in Amsterdam? Zo nee, waarom niet?
- Is het college bereid een dergelijke overkoepelende aanpak gericht op jeugdbendes vorm te geven waarbij aandacht is voor de repressieve als ook de preventieve kant?