Congres Samen Recht Doen
Speech Gerjan van den Heuvel
Vrijdagmiddag in het Antoniushuis, daar wordt voor mij de mooiste maar óok de meest pijnlijke kant van Amsterdam zichtbaar. Daar aan de rand van Floradorp, daar zie ik onze stad. Aangevoerd door Patrick van Bronswijk met zijn stichting Flora4Life en de andere buurtverenigingen met een paar rasechte Floradorpers, delen vrijwilligers daar voedselpakketten uit. Aan iedereen die het nodig heeft, ongeacht wie of wat je bent of wat je kleur of geloof ook is. Heldhaftig als het nodig is, maar vooral vastberaden en barmhartig, elke week opnieuw. Klaar staan om te helpen.
Dát is die mooie kant van Amsterdam, met liefde en empathie voor de gemeenschap en die ander, je handen uit de mouwen steken. De mensen kennen elkaar echt, ze weten waar ze doorheen gaan en staan voor elkaar klaar. Zo nu en dan ga ik daar langs en dan zegt Patrick: “je moet even met die meneer praten, die zit in de moeilijkheden, heeft een bizar verhaal,” of hij komt aanlopen met een brief van de gemeente: “moet je nou eens kijken, Gerjan, wat moet ik hier nu mee”.
Maar daar zie ik ook de andere kant van de medaille die onmiskenbaar aan Amsterdam verbonden is. De keiharde armoede waar veel Amsterdammers mee worstelen. Mensen die zijn weggezakt in schulden omdat de regels van het systeem niet aansloten op hun leven. Vaak maar door één gebeurtenis in hun leven die bepalend was, een ongeluk wat een leven op zijn kop heeft gezet.
Amsterdammers die worstelen om hun hoofd boven water te houden.
En laat ik maar eerlijk zijn, als de ChristenUnie in de raad blijft, en misschien wel groeit, dan gaat die armoede over vier jaar niet verdwenen zijn. De overheid kan niet met een knip in de vingers, een aanpassing van de regeltjes de levens van al deze mensen omkeren. Partijen die je dat beloven zijn niet eerlijk, ze houden je een worst voor alsof de samenleving maakbaar is. En als dat niet zo blijkt te zijn, wijzen ze naar Den Haag, het kabinet of de ander.
Armoede en het diepgewortelde probleem van ongelijkheid krijgen we dus niet zomaar de stad uit, maar we kunnen wel íets doen. We kunnen net als Patrick en die andere vrijwilligers, elke keer opnieuw die ene Amsterdammer aankijken. Luisteren naar zijn verhaal. En soms is er dan toch ineens wat mogelijk, kunnen we inzetten op maatwerk voor die ene persoon. Breekt er een sprankje hoop door in soms uitzichtloze situaties, en kunnen we leren van de situatie van die ene Amsterdammer.
Zo gaan we door. Eén voor één, luisteren, aankijken en dan de handen uit de mouwen. Want als er aan de situatie van die ene Amsterdammer recht wordt gedaan, is dat het waard.
Achter mij zien jullie een beeld van alle kandidaten van de ChristenUnie Amsterdam voor de aankomende verkiezingen. Een beeld en een lijst waar ik ongelofelijk trots op ben. Amsterdammers uit allerlei gemeenschappen en veel van hun doen recht aan de stad en mensen, ieder op zijn of haar plek of vanuit zijn rol. Als ik naar de lijst kijk zie ik mensen die geworteld zijn in onze samenleving.
Ik zie Henrike die zich bij een corporatie inzet voor huisvesting voor kwetsbare groepen, Ik zie Elianne die via haar werk bij de Lutherse diaconie steun biedt aan mensen in de knel, ik zie George die jongens helpt om iets op te bouwen, om te voorkomen dat ze afglijden in criminaliteit. Ik zie voorgangers, ik zie gemeenschapsleiders, ik zie studenten, ik zie ondernemers, ik zie zorgmedewerkers. Ik zie mensen die zich inzetten voor anderen. Of die gewoon op hun plek, midden in de maatschappij christen zijn. Een brede beweging van mensen die samen recht willen doen. En dat geeft mij ongelofelijk veel energie om alles te geven. Samen met een mooi team, met de kandidatenlijst en met iedereen die aanhaakt.
Want het gaat ergens over. We willen de aankomende vier jaar het christelijk-sociale geluid van de partij weer luid en duidelijk laten horen. En de stad hééft ons nodig. Niet alleen om op te komen voor mensen die in een kwetsbare positie zitten of die tussen wal en schip raken, dat is heel belangrijk en dat blijven we onophoudelijk doen. Maar we hebben ook een goed verhaal voor alle andere grote uitdagingen van deze tijd, de crisis op de woningmarkt, de klimaatcrisis, een veilige stad en een eerlijke overheid met een menselijke maat.
We willen meer kansen voor gezinnen en starters om een betaalbare woning te krijgen, daarvoor moeten we vooral betaalbaar bouwen en stevig ingrijpen in de markt om woningen ook betaalbaar te houden.
En ook de klimaatcrisis vraagt actie. De ChristenUnie wil dat Amsterdam zo snel als mogelijk klimaatneutraal is. De energietransitie willen we sociaal en daadkrachtig versnellen. Door te besparen, te isoleren. Te beginnen bij de huishoudens met de laagste inkomens waardoor zij het direct merken in hun portemonnee als de energierekening omlaag gaat.
De ChristenUnie wil dat de menselijke maat terugkomt bij de gemeentelijke overheid. In Amsterdam zijn er nogal eens grote plannen en projecten zoals de OBA-Next of theater de Meervaart waarbij de gemeente het belang van de gewone burger uit het oog verliest. Voor ouderen, migranten of laaggeletterden is het ingewikkeld om op tijd de juiste informatie te vinden of om bij de overheid aan te kloppen voor hulp. Dat betekent dat er naast veel digitale dienstverlening ook altijd een loket in de buurt moet zijn. Er moet altijd de mogelijkheid zijn om van mens tot mens te spreken, vragen te stellen en geholpen te worden.
En dan de veiligheid in de stad. Afgelopen zondag waren er op één dag vier schietpartijen. Kan de overheid de veiligheid van Amsterdammers nog garanderen? Onlangs vond er een rechtszaak plaats, een hele schrijnende zaak, en nu zaten de tribunes van de rechtbank niet vol zoals bij de zaken over zware criminaliteit vaak wel het geval is. Want als samenleving vinden we het spannend om de grote verhalen te consumeren, over de drugsmaffia van Ridouan Taghi bijvoorbeeld. Maar bij deze rechtszaak was er amper aandacht. Er was maar één journalist. Het was het verhaal wat misschien een dag het nieuws domineert en daarna weer snel vergeten wordt. Het verhaal van een moeder die met haar peuter van twee en een kleuter van vier over straat liep. De peuter werd geraakt door een rondvliegende kogel. Ze had wel dood kunnen zijn maar gelukkig houdt ze er alleen een litteken aan over. Maar, zo schreef Paul Vugts, die ene journalist afgelopen week terecht in Het Parool, de krassen op hun ziel zijn dieper. Ze kampen met nachtmerries, angstaanvallen en herbelevingen. De moeder wist in de rechtbank niets uit te brengen en legde huilend haar hoofd in haar armen.
Wat als dit op De Dam was gebeurd? Waren we het dan ook vergeten? Waren de tribunes in de rechtbank dan ook leeg gebleven? Raakt het ons nog dat er in de wijken aan de rand van de stad, jongens zijn, soms nog bijna kinderen, die een betere toekomst voor zich zien in crimineel gedrag, dan dat wij als samenleving hen kunnen bieden? Of halen we onze schouders op, en denken we dat het er nu eenmaal bij hoort in een grote stad, in de Bijlmer of in Nieuw-West?
We mogen het veiligheidsprobleem niet overlaten aan rechtse partijen die alleen maar kunnen roepen om handhaving, meer camera’s en hogere straffen. We moeten onder ogen zien wat er zich afspeelt in deze wijken, hoe jongeren vaak opgroeien in een situatie van armoede, waarbij één of soms zelfs twee ouders niet in beeld zijn. We moeten onder ogen zien dat deze jongens zich op de straat wél gezien weten, opgenomen in een groep in het grotere plaatje. We moeten onder ogen zien hoe hun idolen invloed kunnen hebben op wat zij denken dat normaal is.
Het zorgen voor veiligheid is misschien wel de belangrijkste taak van de overheid. En daar moeten we dus op blijven inzetten, ook als sociale partij. Veiligheid van vrouwen of lhbti’s op straat, in werksituaties, maar ook thuis. Veiligheid van jongeren die meegezogen worden in criminaliteit. Veiligheid in buurten als huizen beschoten worden, afgelopen week ook weer meerdere malen gebeurd. Daar moeten we aandacht voor blíjven vragen.
Onlangs overleed Desmond Tutu, een bekende aartsbisschop en mensenrechtenactivist. In 2012 was hij te gast in het programma College Tour bij Twan Huys. Traditiegetrouw eindigde het programma met de vraag, welke les heb je voor de studenten die hier aanwezig zijn of meekijken. Zijn antwoord was, vrij vertaald naar ons hier in Amsterdam: Droom, wees idealistisch, raak niet geïnfecteerd door het cynisme van anderen. Geloof dat deze stad een stukje beter kan worden, geloof dat er in Amsterdam ruimte is voor iedereen. Droom, droom! Omdat je zo snel raakt afgestompt en je dromen vergeet. God wil jou gebruiken om Amsterdam een plek te maken die God wil dat het is, een hoopvolle plek voor iedereen.
Desmond Tutu daagt mij uit om te dromen. Mijn droom is dat wij een vitale beweging zijn van christenen die vol overtuiging in Amsterdam leven en werken. Dat we ondanks onze verschillen eensgezind zijn in de boodschap van hoop en een beetje vriendelijkheid. En ik maak me daar eerlijk gezegd wel een beetje zorgen om. Ik zie veel christenen om mij heen, ook hier in onze stad, die elkaar de maat nemen. Over wat we vinden van vaccinaties, het coronabeleid of 2G. En ja, we komen uit een crisis maar dít is niet het onderwerp waarmee we ons uit elkaar moeten laten spelen. En ik begrijp dat je je zorgen kan maken over een overheid die heel stevig ingrijpt in vrijheden en in de levens van mensen. Maar laat je niet wijs maken dat dit één groot complot is van wereldleiders die ons willen inperken en besturen. Ik weet zeker dat onze regering en ons parlement, onze burgemeester en de gemeenteraad, er alles aan doen om deze pandemie zo goed mogelijk te besturen. Ik zeg niet dat je niet mag en kan discussiëren over beleid, ook de overheid maakt fouten, maar dit is het niet waard om elkaar op te veroordelen, om verdeling te zaaien. We hebben een grotere opdracht dan dat.
We hebben wat toe te voegen aan de stad. We staan niet aan de kant een beetje christelijk te wezen. We kunnen bezieling brengen in Amsterdam, daar ben ik van overtuigd. En ik ben er net zo goed van overtuigd dat júist dat zo vaak mist in de politiek. Ik merk om mij heen dat veel mensen moe zijn, het vat is leeg. Door de coronacrisis, door de druk om een perfect Instagramleven op te bouwen, of doordat we al jaren worstelen met problemen zoals ongelijkheid. Amsterdam is de stad waar je je dromen waar kunt maken, waar je alles kunt krijgen, met een beetje geluk ligt hier de wereld aan je voeten. Maar wat als het niet lukt? Wat als het Museumplein of de Dam veel meer een Boulevard of broken dreams is, waar je roept om je eigen gelijk omdat je je niet gehoord voelt? Heeft de politiek dan een antwoord?
Het socialisme aan de linkerkant gelooft in een doorgeslagen gelijkheidsideaal en maakbaarheid. Het liberalisme aan de rechterkant gelooft dat je het vooral zélf kunt maken als de condities maar een beetje op orde zijn. Het pragmatisme in het midden is droog en zielloos. Maar geen van allen geven échte bezieling, iets wat veel steviger is dan de waan van de dag of de tijd. En juist dáárom hebben wij als ChristenUnie een verhaal te vertellen. Een boodschap van ultieme menselijkheid, namelijk, opkomen voor de zwakkeren, de verdrukten de mensen die weggeduwd worden. Dát geeft hoop en houvast in een onzekere tijd. Dat er uiteindelijk altijd iemand is die jou ziet, die bereid is om jouw verhaal aan te horen. Wat is nou een mooiere bezieling dan de bezieling van iemand die zichzelf heeft opgeofferd voor de mensheid. Die Zichzelf geeft. Dat is het voorbeeld wat we navolgen, het verhaal wat we aan de stad te vertellen hebben. Ik sta voor je klaar, of je het nu goed hebt of niet, of je het helemaal gaat maken of grandioos lijkt te falen, ik ben bereid om naar je te luisteren en mijn best te doen voor jou. We gaan samen recht doen.